rickbrouw.reismee.nl

Van easypeasy Death Road naar vleesloze Guinea Pig

Zwetende handen, gierende adrenaline en mezelf focus toebrullend. Zo had ik me de Death Road voorgesteld. Daarvoor wilde ik deze 65km lange afdaling doen. Eerste 20km superfast asphalt, de rest over grind met veelbelovende namen als the corners of death en the balconery. Die laatste naam is gekozen omdat je hier heel makkelijk tegenstanders van de dictatuur vanaf kunt gooien, zo leert de geschiedenis. Die eerste naam omdat er hier in het verleden gemiddeld om de week een (vracht)wagen van de weg afraakte en de berg afdonderde. In het postdictatoriale tijdperk zorgde dit voor zo'n 200-300 doden per jaar. Ze hadden dan ook beter aan deelkruisen kunnen doen in plaats van voor iedere dode er eentje neerzetten; de hele weg staat er vol mee. Arme stakkers...

Maar ik ben geen Boliviaan, heb geen alcohol gedronken en zit op de fiets. En dan is deze weg opeens heel andere koek. Op het 'supersnelle asfalt' haal ik denk ik niet eens de 60km per uur, op het grind trap om nog een beetje snelheid steeds bij. De omgeving is wel schitterend hoor, de meeslingerende aapjes grappig en de 600-800 meter steile diepte direct naast de weg absoluut imponerend. Dat wel. Maar risico is nog steeds een resultante van gevaar maal de kans. Het gevaar is groot, de kans klein. Daarvoor had de weg wel wat steiler en vooral veel smaller moeten zijn. Voor onze Rotterdamse skiberg heb je meer techniek nodig. Al voel ik me met deze mening wel heel erg de nuchtere, met een fiets tussen mijn benen geboren Hollander. Tenminste, als ik af moet gaan op de meningen van mijn fietsmaatjes.

Maarja, hoevaak fietsen Turken (met neef in H'wijk) en Israelieten ('ik kom uit Tiberias; je weet wel, waar Jezus over 't water liep') nu eigenlijk? Alleen een grote blonde Zweed (inclusief mega tepelringen, maar bij een man vind ik dat toch niet zo mooi denk ik) kon het tempo van de gids en mij bijbenen. Met een van de Turken kan ik het overigens wel vinden. Had hem een paar dagen geleden in Chili ook al even gesproken. Zijn baas vind reizen zo belangrijk voor je ontwikkeling dat hij ieder jaar één vliegticket krijgt. Nu is hij met een soort 'where the Hell is Matt' bezig; erg grappig. Voor hen die dat niet kennen, klikhier. Ik dacht eerst dat hij Matt zelf was, had dan namelijk best mee willen doen, maar helaas...

Van La Paz ben ik met de bus naar Copacabana gegaan. Copacabana ligt aan het Titicacameer en behalve het dopen van auo's gebeurt er hier verder weinig. Onder toeziend oog van de Maagd van Copacabana rijden de boeren hun met bloemen versierde nieuwe auto's het water in. Schijnt geluk te brengen ('maar daar snap jij als nuchtere Westerling toch niets van' werd me bijvoorbaat al toegebeten). Daarna snel de grens overgegaan richting Puno (Peru). Dat was in ieder geval de bedoeling. Want de beambte in Peru vond het te luidruchtig in het gebouw en liep weg. Anderhalf uur later, toen wij allemaal stil waren en hij afgekoeld, had ik eindelijk mijn stempeltje.

In Puno ben ik naar de Uros (drijvende) eilanden geweest en Taquile. De Uros zijn de pre-Inca bewoners van het Titicacameer en spreken nog hun oorspronkelijke taal; het Uru. Ooit werden ze door de Inca's verdreven en bouwden ze eilanden van riet om te kunnen overleven. De eilanden bestaan dus volledig uit riet, wat ze overigens ook eten. En waar ze hun huizen, bootjes en souvenirs van maken. Omdat het riet aan de onderkant natuurlijk steeds wegrot, gooien ze er een paar keer per maand een nieuwe laag op. Het rotten zorgt er ook voor dat er een wat vreemde geur op de eilandjes hangt. Dit, plus het constante veren van het riet onder je voeten, maakt het een aparte ervaring. De mensen zijn er bezig met overleven: vissen vangen, eiland bijwerken en kinderen maken. Zo proberen ze hun oorspronkelijke cultuur vast te houden. Maar in hoeverre ze dat lukt weet ik niet zo goed eigenlijk. Ik vind het met al die toeristenbootjes die hier iedere dag komen meer een attractie geworden. En ze hebben sinds kort televisies die op zonnecollectoren aangesloten zijn. Het verhaal gaat dat ze sindsdien toch significant minder nageslacht weten voort te brengen.

Taquile ligt op zo'n 2 uur varen in het Titikakameer (ja, hier in Peru schrijven ze het ineens met een 'k' en spreken ze het als kàhkàh uit). Een geisoleerd eilandje waar ze ook redelijk succesvol vasthouden aan hun oorspronkelijke tradities. Geen auto's of hotels. En in tegenstelling tot het vasteland zijn het hier de mannen die breien. Grappig om te zien hoe serieus ze hiermee bezig zijn. De kleding de ze verkopen is veel duurder dan op het vasteland. Logisch, zeggen ze hier: het wordt door mannen gemaakt en is dus van betere kwaliteit. Iedereen draagt hier nog de traditionele klederdracht. Handig, want je kunt daardoor in één oogopslag zien of iemand nog single is, verkerging heeft (duurt hier maar 25 dagen, dan trouwen ze rap) of getrouwd is. Aan scheiden doen ze hier niet; het 'tot de dood u scheidt' is hier dus nog echt van toepassing. Mooi ook om te zien hoe de verantwoordelijkheid van het gemeenschappelijk collectief hier wél werkt en dat ze nog steeds volgens de oude Inca wetten leven: niet stelen, liegen of lui zijn. Ze spreken hier Quechua, een soort eigen taal. Een taal die de Taquilianse kinderen overigens niet echt nodig om mij te wijzen op de chocolade in mijn tas. En mijn Cola willen ze ook wel hebben. Binnen mum van tijd heb ik dus zo'n beetje de hele dorpsjeugd achter me aan. De breiende mannetjes kijken me grijnzend aan. Heb nu maar een grote doos met veel kleine chocolatjes gekocht om uit te delen. Werkt toch handiger.

Inmiddels ben ik er ook achter wat de processies inhouden. Al dagenlang zie ik niets anders dan als duivels verklede mensen dansen en drinken. De hele dag door zijn er optochten in de stad. Het feest is een combinatie van vroegere (Inca)tradities en Katholieke. Niks om op neer te kijken overigens, zeg ik, goed naar Lewis luisterend: 'want als je op anderen neerkijkt, kun je logischerwijs zelf niet meer omhoogkijken!'. En trouwens, wij vieren met kerst eigenlijk ook niets anders dan het gekerstende midwinterfeest. Sowieso hebben wij reformatorische Nederlanders geen recht van spreken en moeten we de hand eerst maar in onze eigen boezem steken als het gaat om Bijbelgetrouw leven en handelen, denk ik. Las net op Refdag eentenenkrommend stukjeover organisten in onze reformatorische kring... ik denk dat zowel David als Paulus zich in hun graf zouden omdraaien als ze dit lezen.

Inmiddels ben in in Cuzco aangekomen. Vlak bij de Machu Picchu dus, waar ik later deze week naar afreis. Vanavond heb ik me een lokale specialiteit laten aansmeren. Ik had bij bio beter op moeten letten besef ik me nu. Ik dacht dat ik varken op mijn bord had, tot ik het grijpende klauwtje zag... Inmiddels weet ik dus hoe cavia smaakt, en dat het guinee pig heet (vandaar mijn verwarring, al had ik het moeten weten...). Ik vind het maar een wonderlijk diertje. En ik heb het idee dat ze hem in zijn geheel in de pan gooien. Behalve een grappig kopje, scherpe nagels op al zijn vijf vingers, een vreemde vette huid en donkere ingewanden waarvan ik niet weet of die eetbaar zijn of niet, kan ik er nog geen 2 hapjes vlees aan ontdekken. Trouwens, diegene die ooit bedacht heeft dat je aardappels wel als groente bij de rijst kunt serveren... morgen eet ik pizza denk ik.

Hasta otra!
Rick

ps, dus 'tante' Toos (hm, met de aanduiding tante weet ik me na al die jaren - en helemaal nu - nog steeds niet goed raad): ja, ze maken hier de meeste kleding zelf. Ze weven en breien het op iedere straathoek van lama of alpacawol. Erg grappig om te zien overigens. Hier op het vasteland schijn je ook de status van de persoon aan zijn kleur en vorm kleding af te kunnen lezen. Maar hoe dat precies zit, ben ik nog niet zo achter.

pps, vandaag eindelijkEl Cóndor Pasalive gehoord! Iedereen kent dit wijsje natuurlijk van Simon&Garfunkels If I Could, maar nu heb ik hem dus eindelijk in de originele Peruaanse versie gehoord. Briljant!

ppps, het eten van cavia is in Peru absoluut de gewoonste zaak van de wereld. Ze werden hier lange tijd zelfs een soort van aanbeden. En ook hier zie je weer een fantastische samensmelting: op 'het laatste avondmaal' schilderij staat er ook Cuy op het menu (check).

Reacties

Reacties

Marieke den Hertog

Geweldig om je verhalen te lezen; je zou ook best een goed boek op de markt kunnen brengen is steeds meer mijn conclusie.. ; )

Marieke den Hertog

p.s. voordat je denkt wat mankeert zij ; i.v.m. nachtdiensten schrijf ik dit bericht midden in de nacht wat nederland betreft..

Denise

Hey Rik,

Wat een heerlijke verhalen, lekker herkenbaar ook! Geniet ervan!

Groetjes Denise

Ma van Nelleke, toekomstige schoonmoeder dan?

Rick, waarom verkoop je je reisverhalen niet aan een tijdschrift of krant?

Rico

Ha Rick!

Leuk om je verhalen te lezen!

Groeten,

Rico

thuisfront

Ha Rick,kon je niet wat van dat wonderlijke boomsap meenemen? Verzekerd van snel weer op de been zijn. Is je lip niet genezen van dat sap? Wel erg dichtbij de krokodillen geweest zeg. Wat is een mens een nietig schepsel vergeleken met de natuur.[In de jungle en bij de watervallen o.a.] Geniet van je volgende etappe bij de wetenschappers en de pinguins.

JvDijk

Terwijl ik Simon en Garfunkel aanstaat tik ik even mij reactie. Filmpje van Matt is super!!..stinkend jaloers. Ook op jouw btw.

Fam minkes

Het is allemaal prachtig en je verhalen zijn duidelijk nog veel plezier.
vg de Buurtjes van de hoek

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!